Gehandicaptenparkeerplaatsen – Belangrijke informatie

Rol van gemeenten Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het aanwijzen en inrichten van gehandicaptenparkeerplaatsen. Hoewel zij parkeerbelasting mogen heffen volgens artikel 225 van de Gemeentewet, kiezen de meeste gemeenten hier terecht voor om gehandicapten te ontzien. Dit komt onder andere doordat zij vaak al te maken hebben met hoge medische kosten, kosten voor aanpassingen aan voertuigen, en beperkingen zoals het niet kunnen omgaan met parkeermeters of apps.

Aanbevolen afmetingen Hoewel er geen wettelijke richtlijnen zijn, adviseert CROW de volgende afmetingen voor gehandicaptenparkeerplaatsen:

  • Langsparkeren: 3,50 m x 6,00 m (7,50 m als er achter wordt in- en uitgestapt).
  • Haaks parkeren: 3,50 m x 5,00 m (3,00 m breed bij een vrije uitstapstrook).

Waarom deze afmetingen nodig zijn Veel gehandicapten rijden met een aangepaste bestelauto om hulpmiddelen zoals rolstoelen te vervoeren. De benodigde ruimte achter de auto om hulpmiddelen veilig in- en uit te laden kan oplopen tot 3 meter. Daarom moet ook rondom de parkeerplaats rekening gehouden worden met obstakels zoals palen, verkeersborden of lichtmasten. Jammer genoeg voldoen veel parkeerplaatsen niet aan de gestelde afmetingen. Dit betekent dat de gehandicapte medeburger er vaak niet kan parkeren omdat zij hun aangepaste (bestel)auto voorzieningen niet kunnen gebruiken. Wij roepen de gemeenteraden op om voor hun gehandicapte burgers op te komen.

Parkeerautomaten Als gehandicapten moeten betalen voor parkeren, moeten de knoppen van de automaat op een hoogte tussen 0,90 en 1,20 meter zitten. Helaas wordt bij de inrichting vaak geen rekening gehouden met de omgeving, waardoor bijvoorbeeld uitstappen onmogelijk wordt door een lantaarnpaal of een bord.

Publieke voorzieningen Bij publieke voorzieningen zoals bioscopen, bibliotheken en gemeentehuizen moet minimaal 5% van de parkeerplaatsen bestemd zijn voor gehandicapten. Deze plekken moeten zich binnen 100 meter van de ingang bevinden.

Individuele gehandicaptenparkeerplaatsen Voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats is een verkeersbesluit nodig op basis van artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994. Het plaatsen van een verkeersbord met kenteken vereist een aanvullend besluit volgens artikel 12 van het BABW.

Controle en toezicht Er is vaak sprake van misbruik van gehandicaptenparkeerkaarten door derden. Dit beperkt de beschikbaarheid van parkeerplaatsen voor mensen die de kaart echt nodig hebben. Meer toezicht door politie en BOA’s is nodig om dit misbruik aan te pakken. Bij misbruik kan de kaart worden ingenomen volgens artikel 53 van het BABW.

Daarnaast is het belangrijk om te controleren op hinderlijk parkeren achter gehandicaptenvoertuigen, wat leidt tot opgesloten bestuurders.

Samen zorgen voor toegankelijkheid Laat ons samenwerken om gehandicaptenparkeerplaatsen veilig en toegankelijk te houden. Heeft u suggesties of wilt u meer informatie? Neem contact met ons op

Share

Vergelijkbare berichten